De hervorming van de regelgeving op het gebied van de arbeidsmarkt gaat gepaard met een steeds sterker aantrekkende markt. De macht in het speelveld komt steeds meer te liggen bij de werkzoekende, maar die beseft zich ook heel goed dat het contract voor het leven niet bestaat. Een werkend bestaan op verschillende plekken (en mogelijk verschillende sectoren) waarbij een leven lang leren de norm is, leeft allang bij de moderne werknemer.

In dat kader is het te voorspellen dat het door het nieuwe kabinet geïnitieerde 5 jaars-contract een succes gaat worden. Het 5 jaars-contract biedt de mogelijkheid tot een proeftijd van 6 maanden en zal moeten worden opgetuigd in combinatie met een opleidingsplan. De werknemer krijgt op deze wijze de mogelijkheid echt invulling te geven aan aanpassing en verbetering van de skills gedurende het contract. Dit bevordert de mobiliteit in een snel veranderende omgeving, en die veranderende omgeving is een zekerheid in de komende jaren in vrijwel alle sectoren.

De vakbonden die vasthouden aan vaste contracten zien de bui al hangen. Waarom zou men nog een contract voor onbepaalde termijn aangaan? Dat is een goede vraag. Zijn er dadelijk niet feitelijk nog maar 2 smaken? 1. De tijdelijke inhuurkracht via Payroll en als ZZP er voor projecten en klussen die minder dan 5 jaar duren en 2. de werknemer die 5 jaar in dienst wordt genomen en daarbij zichzelf steeds moet vernieuwen?

Het antwoord ligt voor de hand, een tussenbaan, zoals het 5 jaars-contract inmiddels wordt genoemd, wordt de nieuwe norm. Maar de werkgever zal zich ook terdege moeten realiseren dat dat wel dwingt tot het hebben van een uitdagende werkomgeving met daadwerkelijke focus op tijdig schakelen en focus op innovatie. Alleen dan zal de goede werknemer na 5 jaar bereid zijn om het contract te verlengen. Het 5 jaarcontract geeft in die zin vrijheid aan beide partijen gecombineerd met een noodzakelijke druk om de organisatie van het bedrijf steeds future proof te houden.

Een goede ontwikkeling lijkt ons.